Het immuunsysteem
Immuniteit is het natuurlijke mechanisme om externe aanvallen op het menselijk lichaam te bestrijden. Indringers zijn lichaamsvreemde cellen of stoffen die door het lichaam als ‘niet eigen’ worden erkend en die via de huid of de slijmvliezen het lichaam binnendringen. Voorbeelden zijn bacteriën, virussen, schimmels, parasieten, allergenen, giftige verontreinigende stoffen, enz.
De immuniteit wordt verzekerd door het immuunsysteem, een zeer complexe verdediging vergelijkbaar met een legioen kleine soldaten dat klaarstaat om te vechten wanneer er een bedreiging opduikt.
De aangeboren immuniteit
De aangeboren immuniteit: dit is de snelste, ze waakt voortdurend en voorkomt dat infectieuze agentia (indringers), ongeacht wie ze zijn, het lichaam binnendringen en zich verspreiden. Ze doet een beroep op verschillende types ‘soldaten’ (witte bloedcellen, cytokines, interferonen, …) en verdedigingsstrategieën (bv. tranen, slijm, koorts)
De adaptieve immuniteit
In tweede instantie wordt de adaptieve immuniteit geactiveerd, die de profielen van vijanden (de antigenen) kan opslaan, wanneer de indringer het lichaam is binnengedrongen. Eenvoudig gezegd: ze berust op twee soorten mechanismen:
- De productie van specifieke antistoffen, die de indringer waartegen ze optreden, herkennen en proberen te vernietigen. Dit wordt humorale immuniteit genoemd. De antistoffen binden zich aan het antigeen, zoals een sleutel past op een slot. Soms volstaat deze complexe combinatie om het antigeen onschadelijk te maken, te neutraliseren of te elimineren.
- De cellulaire immuniteit is voornamelijk gericht tegen virussen die de cellen binnendringen. Indien nodig zullen cellen uit het systeem van de aangeboren immuniteit de antigenen presenteren aan Th- of B-lymfocyten (geheugencellen) om ze te activeren. Sommige van deze lymfocyten zullen helpen bij de werking van de
Het vermogen van de geheugenlymfocyten verklaart ook waarom men bepaalde ziekten niet meermaals oploopt en waartegen men ‘immuun’ blijft. Dit mechanisme wordt beoogd door de vaccinatie: door een lage dosis van een antigeen toe te dienen, stimuleert men het onthouden van zijn profiel en de aanmaak van specifieke antilichamen.
Het specifieke geval van COVID-19
Bij sommige patiënten met COVID-19 vertoont de immuunrespons een ‘bug’ in de cellulaire respons. Deze zogenaamde ‘risicopatiënten’ (ouderen, personen met hart- en vaatziekten, rokers, mensen met overgewicht, …) hebben in werkelijkheid een bijna permanente Th2-reactie (de zogenaamde ‘laaggradige’ ontsteking), wat kan leiden tot een onbalans van de immuunreactie, met te weinig Th1- en te veel Th2-afweer. Er volgt een ‘cytokinestorm’, met te veel ontstekingsboodschappers en een hyperontsteking die de organen van de patiënt kan aantasten.1,2
1. Ana B. Pavel et al., Th2/Th1 Cytokine Imbalance Is Associated With Higher COVID-19 Risk Mortality, Front. Genet., 16 July 2021 | https:/doi.org/10.3389/fgene.2021.706902
2. V. Bonny et al., COVID-19 : physiopathologie d’une maladie à plusieurs visages – La Revue de médecine interne 41 (2020) 375–389
Source : https:/www.mongeneraliste.be/nos-dossiers-section/les-infections-virales-bacteriennes/